Een blog waarin wordt verwezen naar de positie die kinderen innemen ten aanzien van broers en zussen en hun ouders. In opstellingen sta je tegenover je ouders. Hoe zit dat met tekeningen?
Ondanks dat ik een jochie van 3,5 jaar op mijn schoot had zitten. Ik bladerde in een oude multomap, die ik van mijn ouders had gekregen. Hij zat lekker te babbelen en te kletsen. En wees naar alle werkjes van school en tekeningen in de map. Hij vond het uitermate boeiend. En ineens… Ik keek recht naar een tekening van mezelf. En ik was stil.
Ik was geraakt door de blik in mijn eigen ogen
Als meisje van 5 jaar oud. En die blik van dat meisje deed wat met me.
Verdriet. Eenzaamheid. Rust
Dit alles zag en voelde ik. En Luuk maar doorpraten. Hij had even niet door dat zijn mama met iets anders bezig was. En toen zag ik het … de weerborstels!
Dat ik ze vergeten was?!?
Voor mijn gevoel had ik mijn HELE JEUGD (ja ja hoofdletters) last van deze weerborstels gehad. Ik kon niks met mijn haar! Alles vloog alle kanten op. Twee staartjes aan de zijkant was nog wel mogelijk…
En laat ik zo staan op de volgende tekening die ik vond
Eentje van het gezin. De mannen zijn makkelijk te herleiden (dat waren er maar twee). De vrouwen ook makkelijk maar wie nu wie is? Qua zussen dan… Want ik sta pontificaal naast mijn vader en moeder. En de rest “onder” ons. En de bovenste rij is in kleur.
Vanochtend had ik een afspraak met een coach. En besprak de tekening. Is dat nou de “positie” van een kind? Naast de ouders? I.p.v. bij de rest van de kinderen tegenover de ouders? Zo “hoort” het in opstellingen. Anders bestaat de kans dat je als kind de positie van ouders aanneemt. En dat is niet de bedoeling.
En soms is het wat het is
In mijn geval: een tekening van toen ik klein was. Van ons gezin. Een momentopname. Getekend zoals ik het zag. Of te laat beseffend dat we met z’n allen niet naast elkaar op het papier passen. Dat zou ook nog wel eens kunnen. Mezelf kennende. En dan maar onderop verder tekenen 😉